20C8117F-DEA4-413C-9F76-6F9E76116610

Wekelijkse wrap-up (5)

Wat een week was het! Met hoogte- en dieptepunten, veel tempels, kilometers en gezelschap.

Ik vraag veel van m’n lijf, dat me -tot het eind van de week- geen moment in de steek laat.

Iedere dag zijn er de HDP’-jes, zoals ervaren wandelvrienden dat noemen, hier-en-daar-pijntjes (Marijke en Tony, ik ben iedere dag blij met die relativerende uitdrukking!). Ze komen en gaan. Niks ernstigs.

Wél gebruik ik deze week voor het eerst m’n wandelwol, voor de verlichting van enkele drukpunten op m’n voeten. In de spiegel van een onsen (Japans publiek badhuis) zie ik hoe m’n lichaam is veranderd. M’n ribben tekenen zich af in een romp waar nog maar een beetje vet aanzit. M’n benen voelen als staal. M’n onderarmen zijn gebruind.

Iedere ochtend ben ik rond zevenen onderweg, of ik nu goed of slecht heb geslapen. Soms ben ik om drie uur op de plaats van bestemming, soms pas om zes uur. Dat zijn lange wandeldagen. Ik geniet van iedere stap.

Deze week loop ik van tempel 40 tot en met tempel 51; meer dan tweehonderd kilometer. 

De week begint zonovergoten warm met temperaturen van rond de twintig graden. Ik loop over prachtige bergpassen met fabuleuze uitzichten.

Aan het begin van de week voel ik me wat chagrijnig. Ik raak een beetje achterop op m’n vrienden en dat stemt me down. Ga ik ze nog weer zien? Ik loop m’n eigen tocht, ik weet het, maar het is zó fijn ‘bekenden’ te treffen.

Onbewust maak ik m’n dagtrips wat langer en loop ik weer wat op ze in om halverwege tempel 42 en 43 Andrew tegen te komen.

De dagen erna is het verbeten doorstappen. Eerst een dag in de stromende regen langs de drukke 56, in m’n eentje, want Andrew heeft z’n eigen uitdagingen. Saai! De volgende dag samen met Andrew in zomerse een zomerse zon, waarop de bloesems bloeien en we een prachtige route lopen.

We slapen in een tot slaapzalen omgebouwd schoolgebouw, waar we onze Hongkongse vrienden weer tegenkomen. De dag erna lopen we met z’n vieren door de regen, Andrew, Stev en Ramon en ik. Die regen deert in gezelschap een stuk minder! Bovendien lichten in al dat grijs de bloesems wonderschoon op.

Het is fijn om met deze mannen te lopen, waarbij ieder z’n eigen tempo aanhoudt en we dan weer samen zijn en dan weer alleen.

Aan het eind van de vorige dag merkte ik dat de bulten boven m’n wreef weer zijn gegroeid. Andrew is veel langer dan ik en samen met hem oplopen, betekent dat ik me onbewust aanpas aan zijn tempo. Vandaag houden we elkaar met z’n vieren in toom.

Ineens (her)ontdek ik het dalen zonder kniebelasting. Één met de berg vind ik een houding en een tempo die nog het best te vergelijken zijn met het gevoel van skiën. 

Ik zak in een squad, maak kleine zigzag pasjes en roetsj de berg af. Het doet me denken aan m’n trekking in Nepal, twintig jaar geleden, toen ik ditzelfde gevoel had op een van de laatste dagen. Ik krijg er een heel uitgelaten gevoel van.

Aan het eind van de dag valt ons groepje uiteen. Andrew haakt het eerst af op weg naar z’n onderkomen. De Hongkongers en ik slapen in hetzelfde guesthouse, maar zij willen nog even heen en weer naar Tempel 45. Ik wil die tempel niet in een rush doen, is ie veel te bijzonder voor. 

En dus loop ik de dag erna weer in m’n eentje, in alle vroegte de bergen over, door een mistig en magisch landschap. De betovering van tempel 45,Iwaya-ji, is groots, de weg ernaartoe misschien nog wel meer. Ik dwaal door een bos vol met boeddhabeelden. Ik klauter over rotsen, laat me verrassen door alles wat op m’n pad komt.

Verrukt loop ik als eerste pelgrim van de dag door de tempelpoort en neem ik uitgebreid de tijd om alles in me op te nemen. Als ik m’n kaarsjes heb ontstoken, opent een monnik de dag met het zingen van soetra’s. Ik ben diep geroerd.

De dag is nog jong, maar gevoed en gelaafd loop ik de lange weg naar de volgende tempel, waar mijn slaapplaats voor ligt, m’n meter tikt aan het eind van de dag 36,7 kilometer aan, en dat is niet eens de langste wandeling van de week…

Als ik de dag erna de grote stad Matsuyama binnenlopen nog wat tempels aan doe, waar ik op verzoek enkele kaarsjes ontsteek, loop ik een blessure op in botsing met een boeddhabeeld. Een straf? Een teken? Ik weet het niet, maar voor de zekerheid bouw ik een extra dagje rust in en haal ik de snelheid uit m’n planning.

Ik herinner me: voor de haas en de schildpad is het tegelijkertijd kerst…

Zinzoeking-logo geoptimaliseerd

Leuk artikel? Deel het!

YOU MAY ALSO LIKE

4 reacties

  1. Astrid van Leeuwen op 26 maart 2023 om 12:28

    Lieve Margreet, vol bewondering en ontzag lees ik al je verhalen, prachtig zijn ze en wat mooi dat jij ons mee neemt op je spirituele tocht. Ik heb héél veel bewondering voor je en ik wens je nog veel kracht toe de komende weken en ik hoop dat je er intens van gaat genieten, een tocht die je nooit meer zal vergeten,
    Hele dikke knuffel voor jou, Astrid xxx

  2. MargreetBotter op 26 maart 2023 om 14:37

    Dag lieve Astrid, wat fijn dat jij, op jouw eigen mooie reis, meereist met me. En dank voor je wensen. Het steunt me erg op de momenten dat het wat zwaar is. Gelukkig is het naast soms zwaar vooral ook héél erg genieten.

  3. Gertie op 26 maart 2023 om 20:07

    Lieve zus,
    veel te weinig neem ik de tijd om je leven ver weg te lezen. Wat een schitterende tocht! wat een uitdagingen, elke dag weer. Je bent een echte pelgrim nu.
    Heel veel genieten nog en sterkte met de pijn!

    • MargreetBotter op 27 maart 2023 om 00:28

      Lieve zus,
      En ik neem te weinig tijd om te schrijven.
      Dankjewel. Het wordt in sommige opzichten uitdagender naarmate de reis vordert, gekgenoeg, maar het genieten, iedere stap, zelfs als die pijn doet.

Laat een reactie achter