Uit het hart (oost) 2: Barneveld – Apeldoorn
Etappe 2 van m’n queeste ‘Recht uit het hart’-Oost brengt me van Barneveld naar Apeldoorn. Of bréngen… dat klinkt wat al te passief voor een wandeltocht waarbij een straffe noordoostenwind me het snot voor de ogen waait en de kou me ervan weerhoudt langer dan drie minuten te rusten.
Ik heb me verheugd op deze tocht dwars over de Veluwe, maar ben er ook wat zenuwachtig voor. Ik zal meer dan 25 kilometer moeten lopen, zonder mogelijkheid om voortijdig af te haken. De Veluwe kent geen bushaltes of Go-scooters. Het is all the way, en al heb ik me daarvoor de afgelopen tijd het schompes getraind, echt een lange wandeling is inmiddels alweer even geleden.
Voor ik op de Veluwe geraak, moet ik het buitengebied van Barneveld trotseren. Langs eindeloze, kronkelende landweggetjes wapperen de vlaggen van boerenprotest boven greppels en sloten waarin alleen nog brandnetels en braamstruiken groeien. Daarbij de geur van kippenstront en je begrijpt dat dit niet het meest idyllische deel van de route is. Pas na elf kilometer verruil ik bij Kootwijkerbroek het asfalt voor zand. Was het warm, maakten vogels elkaar luid kwetterend het hof en waren de fletse decemberkleuren voorjaars vijftig tinten groen, dan zou de aanblik van dit landschap me laten huppelen. Maar de lucht is grijs, de wereld verlaten en het pad strekt zich oninspirerend recht tot aan den einder voor me uit. Ik loop op de prachtige Veluwe en heb nog nooit zó sterk ervaren dat je doel bereiken soms niet meer is dan de ene voet voor de andere zetten. Dat doe ik, onderwijl nadenkend over hoe je het elan, met nog een lange weg te gaan, hoog houdt. Ik focus me op ‘sparks of joy’ en die dienen zich daarop meteen aan. Ik hoor in de verte de roep van een raaf. Een rááf! Die hoop ik al sinds m’n voorbereiding op Japan te zien! Hij (?) zit verderop, hoog in een boom. Met m’n verrekijker bestudeer ik ‘m totdat m’n handen verkleumd zijn. Wauw!
En nog een momentje van vreugde: de grijze lucht opent even en toont een blauwe hemel. Mooi! En een pootafdruk, die niet anders kan zijn dan van een wolf. Van schrik vertrap ik ‘m voordat ik eraan denk ‘m te fotograferen. Hier loop ik helemaal allenig in een van de grootste wildernissen van Nederland. En ik ben er nog lang niet uit!
De adrenaline zorgt dat ik voortstap zonder pijn of vermoeidheid. Ik denk niet na over werk, beslommeringen en hoe ik thuiskom. Al wat geldt is het hier en nu, deze situatie het hoofd bieden, dóórgaan!
De urgentie neemt toe naarmate de tijd vordert. Ik ben te laat vertrokken, het wordt te snel donker! In de schemering struikel ik over beukenwortels, ik bereid me voor op de confrontatie met wilde zwijnen die overal langs de paden hun sporen hebben nagelaten in omgewoelde aarde. De wolf in m’n brein negeer ik. Half vluchtend, met stramme benen, verlaat ik de Veluwe ter hoogte van Apeldoorn, waar de bus net komt aanrijden. Ik ben terug in de bewoonde wereld.