Monniken in opleiding (dag 18)
Het lijkt vandaag wel een reünie! Ik kom bijna alle pelgrims tegen die eerder m’n pad kruisten, en ook nog een paar nieuwe.
Het gebeurt allemaal bij en op weg naar tempel 35, Kiyotaki-ji. Ik lag een paar uur voor op de meeste bekenden, maar ik heb een beetje uitgeslapen, m’n blog bijgewerkt en heb jammerlijk het verkeerde pad gekozen dat me een uur lang wandelen langs een rivierbedding oplevert.
Ondertussen passeren me m’n twee Hongkongse vrienden, de Japanner en een van de twee Amerikanen. Zelf stuit ik voor het eerst op Christiaan, een Duitser over wie de Britse Andrew me al eerder vertelde. Met hem loop ik samen op naar de tempel.
Als we bovenkomen, staat er een groep jonge monniken soetras te zingen voor de hoofdtempel, achter hen zijn de eerste kersenbloesems uitbundig in bloei gekomen. Het is het meest magische moment van de reis tot nog toe. Die jongemannen, in hun zwarte pijen, op onhandige houten teenslippers, hun krachtige gezang, die bloesems en dat ochtenlicht… Wát prachtig om dit mee te maken.
Ze herhalen hun gezang bij de Kōbō-Daishi tempel. Daarna zijn het gewoon nieuwsgierige jongemannen die een praatje met me komen maken. Het blijken monniken-in-opleiding uit Koyasan, het ‘hoofdkwartier’ van het Shingon Boedhisme. Overweldigd door hun vragen vergeet ik hem te vragen waarom ze monnik worden. Ze gaan er al snel vandoor in bussen, op weg naar een volgende tempel. Bij de stempelpost krijg ik enkele souvenirs van deze tempel. Leuk!
De ontmoeting is voedsel voor de rest van de dag, waarin ik oploop met de Hongkongers. Zij slapen vannacht in hetzelfde hotel als ik. Na enkele dagen ‘afzien’, gun ik mezelf de luxe van een eigen slaap- en badkamer in een hotel met een hotspring en Spa, aan de voet van Tempel 36, Shōryū-ji, die ik nog net voor sluitingstijd bezoek. Daarna een weldadig warm bad om m’n spieren in te ontspannen. Genieten!