Een nieuwe dag

De vroege ochtend ademt de geur van belofte. Zo’n geur die een verwachtingsvolle glimlach op je gezicht tovert. De geur van goede zin.

What a difference a day makes! Uitgeslapen in m’n ‘romantische’ bed check ik om zeven uur uit. Dat gaat zonder tussenkomst van een persoon en met een Japans sprekend apparaat. Ik twijfel of ik ben uitgecheckt, maar als ik de deur van slot hoor gaan -zat ik dan opgesloten?!- denk ik dat het goed zit. Niemand rent me achterna als ik het Riverside Hotel verlaat.

Ik concludeer dat dit, afgezien van het wat schimmige imago, best een fijne slaapplek was. Soms is het de host die het verschil maakt, soms het bed, soms de ligging of aankleding, maar iedere slaapplek is een nieuw avontuur, vaak nog spannender dan de tempels.

Op weg naar tempel 57, Eifuku-ji, voel ik hoe de wereld ontwaakt, een nieuwe dag waarin alles nog openligt. Ik ervaar een gevoel van enthousiasme over deze maagdelijke dag en bedenk dat ik zo’n gevoel iedere dag van m’n leven wil: verwachtingsvol en flexibel anticiperend op wat zich voordoet. 

M’n stappen gaan pijnloos zonder zwabberbeen. Ik moet geen onverwachte bewegingen maken, voel ik, maar weer ‘gewoon’ kunnen wandelen voelt als een groot cadeau. Ik heb me er meer zorgen over gemaakt dan ik wil toegeven. Als dank buig ik diep voor iedere pelgrims-beschermende Boeddha die ik op m’n pad vind.

Heuvelopwaarts stopt een auto. Er springt een man uit die vraagt of hij foto’s van me mag maken. Ik stem in en hij loopt geruime tijd met me de heuvel op om op een ‘gunstige’ plek te stoppen. Hij haalt twee analoge fototoestellen tevoorschijn en schiet een half filmpje vol. Ik voel me nogal ongemakkelijk en sta erop dat ik ook een foto van hem maakt. Dan heb ik een bewijs voor als ik ineens op rare plekken verschijn.

Ik wandel in het beloftevolle morgenlicht naar tempel 57, Eifuku-ji. Het is altijd fijn om in dat licht als een van de eersten bij de tempel te zijn. Het heeft iets magisch en bevoorrechts om het eerste kaarsje aan te steken, de eerste wierrookjes in de aangeharkte perkje te steken.

Als ik tevreden afscheid neem, loop ik de goed Engels sprekende en goedlachse Japanner tegen het lijf die ik gisteren ontmoette. Hij heet Syuichi en geeft me een kaart waarop hij speciaal voor mij een gedicht van een bekende dichter heeft geschreven en wat informatie over de pelgrimstocht. We hadden het gisteren over het boeddhisme dat ervanuitgaat dat god in alle dingen is. Het beroemde gedicht refereert daaraan. Ik ben ontroerd. Hoe wist hij dat we elkaar weer zouden zien?!

We nemen afscheid en met een warm en tevreden gevoel wandel ik verder naar de volgende tempel, 58, Senyū-ji. Die ligt bergopwaarts met een pittig steile stijging. Het is een van de weinige tempels waar je kunt overnachten, maar ik ben blij dat ik gisteren deze klim niet gemaakt heb. De sfeer is hier goed, ik ben geneigd er te blijven hangen en klets wat met enkele Japanse vrouwen. M’n Japanse vriend komt ook aan en begint zijn rituele handelingen. Ik besluit op hem te wachten, zodat we daarna samen naar de volgende tempel kunnen lopen. Zo vaak ontmoet ik niet goed Engels sprekende Japanse O-Henro’s en ik heb nog zóveel vragen!

Samen lopen we de berg af en praten we over Japan, Nederland, het boeddhisme en pelgrimeren. Ik word heel wat wijzer.

Het is de bedoeling dat hij na tempel 59 de trein pakt naar huis -hij wandelt af en toe een paar delen van de route-, maar we hebben zoveel gespreksstof dat hij besluit om nog twaalf kilometer met me op te lopen naar een volgend station.

Bij tempel 59 word ik opnieuw gefotografeerd met op de achtergrond de kersenbloesems. Deze keer door een oudere dame met telelens. Het is ook wel fotogeniek: die pelgrimshoed, de staf en dan daarboven die bloesems. Ik besluit dat Syuichi en ik ook op de foto moeten. 

Al pratend wandel ik minder snel en moet ik m’n plan opgeven om tempel 61 tot en met 63 te bezoeken. Het deert niet. Ik merk steeds meer dat laten gebeuren wat er op je pad komt, de mooiste momenten oplevert.

Syuichi en ik nemen afscheid van elkaar en zwaaien tot we elkaar niet meer zien.

Ik kijk uit op een immense bergketen. Een van die bergen zal ik morgen moeten beklimmen, een verticale uitdaging van duizend meter. Een nieuwe dag, een nieuw avontuur…

Zinzoeking-logo geoptimaliseerd

Leuk artikel? Deel het!

YOU MAY ALSO LIKE

Laat een reactie achter