Desmond Tutu: memoires
Het was in 2014 m’n laatste grote interview voor Libelle, ter ere van het Boek van Vergeving dat Desmond Tutu samen met z’n dochter Mpho schreef. Wát een prachtmens!
Locatie: een chique hotelkamer in Amsterdam en dito wc met wel vijftien knopjes die allemaal een andere sensatie teweegbrengen. Ik wijs de voormalig aartsbisschop erop en als hij de doorspoelknop niet kan vinden, klinkt vanachter de gesloten deur zijn overbekende giechel.
Voordat het interview begint, vouwt Desmond Tutu z’n handen om ‘s Heeren Zegen over ons gesprek te vragen. Ik krijg een brok in m’n keel. Daar zit ik met de man die vreedzaam maar vasthoudend de wereld eigenhandig op een hoger plan tilde, in intiem gebed verenigd.
Tijdens het gesprek lijkt hij soms een beetje in te dommelen, al klinkt dan even later weer z’n aanstekelijke schaterlach. Hij laat z’n dochter het podium pakken, maar weet dan weer met een enkele zin nog net een extra laagje aan te brengen.
We spreken over vergeving, elkaar tegemoetkomen, ook als beide polen geneigd zijn elkaar af te stoten. Woorden die aan actualiteit niets hebben verloren, helaas.
Als hij z’n zegje heeft gedaan, stommelt hij de kamer uit, het valt me dan pas op hoe klein hij is. Klein van stuk, maar wat een groot mens.
Mpho zegt na z’n vertrek met respect: ‘Zijn werk blijft doorgaan, misschien wel eeuwenlang.’
Laten we het hopen. Het is zó nodig!