Uit het hart (oost) 1: Amersfoort – Barneveld
Nu het mooie weer aanhoudt en het Pieterpad te ver is, begin ik met een nieuwe wandelqueeste: ‘Recht vanuit het hart’, een zelfbedachte wandelroute die alle grenzen van Nederland aandoet en die voor alle windrichtingen begint bij het kadastrale (geografische) middelpunt* van Nederland in Amersfoort, op nog geen kilometer van m’n huis.
Met allerlei apps heb ik de meest rechte wandelroute vanuit hartje Nederland berekend naar het oosten, het westen, het noorden en het zuiden. Ik permitteer mezelf daar waar de weg echt saai wordt, een iets minder recht alternatief te zoeken. Dat blijkt deze eerste etappe wonderwel niet eens zo vaak nodig.
Pal voor de majestueuze pelgrimsdeur van de Lievevrouwetoren in Amersfoort begint m’n nieuwe avontuur. Ik besluit deze zondagochtend naar de zon te reizen. Bruisend van ‘Wandellust’ zoek ik m’n weg naar het oosten, naar het licht, en mag ik meteen door het mooiste stukje Amersfoort: via de Muurhuizen langs de synagoge met uitzicht op het Huis met de Paarse Ruitjes, via het oude plantsoen, langs het water de stad uit via het Jaagpad langs het Valleikanaal. Grotendeels bekend terrein, maar toch kom ik op plekken waar ik nog niet eerder liep. M’n zintuigen staan op scherp en activeren oude herinneringen. Ik voel tranen van ontroering branden als ik een bejaarde man passeer die ruikt naar m’n vader, de zoet weeë geur van het scheerschuimmerk Tabac. Als vanzelf borrelen kinderherinneringen op aan eindeloze vakantiewandelingen door Duitse wouden, waar we, zonder alle technische hulpmiddelen van nu, meer dan eens vreselijk verdwaalden… Dát gaat me vandaag niet gebeuren, neem ik me voor.
Een deel van mijn wandelpad kruist bestaande routes en gaat soms kilometers lang gelijk op met klompenpaden en het Trekvogelpad. Door herfstbossen gaat het, langs beekjes en door polderland. Ik passeer de Heerlijkheid Stoutenburg waar ik met m’n lief het klompenpad liep en via slingerende weggetjes in Achterveld, waar ik via de kerk het lange Kerkenpad neem, wat nét iets leuker is dan de voorgestelde route. Ik heb er lol an om zo m’n weg te kiezen, terwijl er houvast is. Het voelt vrij en veilig tegelijkertijd. Verdwalen kan niet!
Overmoedig geworden, negeer ik m’n route als die me langs een saai stuk provinciale weg richting Barneveld wil leiden. Ik zie een alternatief pad langs de Modderbeek. Weinig begaan, zo ontdek ik al snel, als m’n voeten tot over m’n enkels in hoog, nat gras verdwijnen. Er is de vage aftekening van een pad, dat hier ooit moet hebben gelopen, maar zo duidelijk als het wordt aangegeven in m’n app, is het bij lange na niet. Ik ploeter langs de Modderbeek door weilanden, privégrond, zo vermoed ik, en m’n fantasie slaat op de hol. Ik denk aan de boer uit m’n geboortedorp die niet schroomde ‘gespuis’ dat op zijn land liep met een luchtbuks te verjagen. In m’n ooghoek zie ik een man houthakken, ik maak me klein en houd in de gaten of ie me niet met z’n bijl nakomt.
Ik voel me een landloper, letterlijk en figuurlijk. Hekken passerend kruip ik onder schrikdraad door, waarbij m’n hart een sprong maakt als in het bosje naast me een enorm kabaal klinkt. Twee reeën zijn net zo hard van mij geschrokken als ik van hen, en schieten hoog springend voor me langs een weiland in. Vertwijfeld kijk ik op m’n kaart. Ik ben nog een weiland verwijderd van een weggetje. Tussen mij en dat weggetje staan een boerderij en zo’n vijftig koeien die me meewarig aanstaren. Ik heb een vierkante meter ruimte om me onder twee schrikdraden heen te rollen waarbinnen die beesten staan. Ik doe m’n rugzak af en werp die alvast naar de plek waar ik naartoe moet. De koeien komen nieuwsgierig dichterbij. Ik rolkruip in een haakse hoek onder de draden door. Made it!
Maar nu moet ik nog over het boerenerf tussen de stallen door langs de boerderij. Ik verzin alvast duizend excuses. Maar een schreeuwende boer met een riek blijft me bespaard en zonder achtervolging bereik ik het weggetje. Ik dank de dominee voor z’n lange preek, want net als ik me weer op legaal terrein bevindt, komt de boer met z’n vrouw thuis uit de kerk. Ik zigzag naar de provinciale weg en voel me ondanks alles trots dat ik van het geijkte pad ben afgeweken.
Het laatste deel van de etappe voert door Barneveld. Ik gebruik het toilet op de begraafplaats (note to self: áltijd kleingeld meenemen!), wandel langs ‘de toren van Jan van Schaffelaar’ door het centrum met een reserverondje landgoed Jan van Schaffelaar en dan naar het station.
Ooit, twee jaar, acht maanden en drie dagen geleden, eindigde hier m’n eerste langeafstandswandeling die ik als voorbereiding op m’n reis naar Japan liep. Meer dood dan levend voelde ik me toen, me geen raad wetend met m’n pijnlijke lijf. Nu heb ik het idee dat ik de weg zonder problemen zou kunnen teruglopen. Wat een fantastisch gevoel!